dinsdag 12 maart 2013

Zingeving hoezo?



Ons leesclubje werd opgericht vanuit de behoefte aan zingeving. Allen waren vrouwen die bezig waren met persoonlijke ontwikkeling en interesse voor spiritualiteit. We besloten gezamenlijk een boek te lezen en hierover onze gedachten uit te wisselen. We begonnen met een groepje van zes. Leeftijden liepen uiteen tussen de 30 en 50 jaar. Ook onze beroepen verschilden sterk. Te weten hogeschooldocente, kunstenares, ademtherapeute, counsellor,  uitkeringsambtenaar en een NAET therapeute. Een leuk, kleurrijk gezelschap. De een had wat meer ervaring op spiritueel vlak en de ander stond steviger met beide benen in de maatschappij. We hadden elkaar ontmoet tijdens de wekelijkse meditatieles.
We begonnen met een boek van Deepak Chopra: Het boek der Geheimen. Elke maand deden we één hoofdstuk. Maar dat was nog niet zo eenvoudig omdat in één bladzijde al zoveel voer voor gedachten zat. Eén van de belangrijkste vragen die Deepak stelt is: waarom zijn we op aarde? Waarom leven we eigenlijk, wat is de zin van het leven?
Om de beurt vertelden we wat in ons was opgekomen bij het overdenken van deze vraag. De één had een nog diepzinniger antwoord dan de ander. Tot de laatste aan de beurt was. Zij keek een beetje verbaasd de kring rond terwijl ze zei: ‘Ik had zoveel moeite met het beantwoorden van deze vraag, ik snapte de zin van deze vraag helemaal niet goed. Er is voor mij maar één antwoord op mogelijk. We zijn hier op aarde om er te zijn.’
Stel je voor een groepje van zes vrouwen die respectvol naar elkaar luisteren maar waar toch ook heel enthousiast gepraat wordt, veel wordt gelachen en soms door elkaar gekletst. Ineens was het helemaal stil. Iedereen keek naar I. En I. keek terug. ‘Ja, sorry, ik vraag mezelf dit soort dingen nooit af. Ik denk dat dit boek daarom voor mij ook zo moeilijk is. Zo sta ik niet in het leven.’
Eigenlijk begon ze zich te verontschuldigen voor haar antwoord dat zo verschilde van dat van de anderen. Dat was totaal niet nodig. In mij deed haar antwoord juist iets opwellen. Al sinds jaren bezig met psychologiseren, analyseren, het zoeken naar ‘het’ doel van mijn leven, bezig met het benutten van mijn talenten, van het werken aan zingeving en het begeleiden van cliënten die op zoek zijn naar zingeving.
Ineens was daar iemand die zich daar totaal niet mee bezig hield. Uiteraard stelden we haar vragen. Kwam het dan echt nooit in haar op om zich af te vragen wat de zin van het leven was? Had ze dan geen twijfels over de dagelijkse terugkerende beslommeringen die soms nutteloos leken? Niet op die manier, zei ze. Als ze twijfels had over de sleur in haar werk, poogde ze een variatie in het werk in te brengen. Maar het deed haar niet peinzen over de zin van het leven.
Helaas stuurde ze later een email dat ze zich terugtrok uit de leesclub omdat ze had gedacht dat we andere boeken zouden lezen. Ze voelde zich ongemakkelijk bij zoveel gespit en gemorrel aan het bestaan. Ze was op meditatieles gegaan omdat ze zich moeilijk kon ontspannen. Niet om diepe spirituele waarden te onderzoeken.
Als ik overdenk welke bijeenkomst mij het best is bijgebleven van alle keren dat de leesclub tot nu toe bijeen is geweest, is het die bewuste avond. Zo eenvoudig: we zijn hier op de aarde om er te zijn. In feite zit alle diepgang in dat antwoord ook al kon I. dat zo niet zien. We zijn hier om er te Zijn. Een groot verschil met wat we eigenlijk veelal zien: dat we hier op aarde lijken te zijn om te doen. Alsof we human doings zijn, in plaats van human beings. Zijn wie je bent, daar gaat het om. Vrijelijk, zonder angst jezelf ontwikkelen. Je zelf Zijn. Je hoeft niets te worden, je niet te vergelijken. Je bent al. Je hiervan bewust worden, daar gaat het volgens mij om.

Martine Clausen, vol zin.

zondag 10 maart 2013

Pats weg!

De hele dag door maken we keuzes en nemen we beslissingen. De meeste onbewust en misschien minder belangrijk. Zal ik vandaag naar de kapper of morgen is geen megabesluit. Op een dag besloot ik om niet meer naar het journaal te kijken en geen kranten meer te lezen. Dat was een keuze gemaakt met een categorische instelling, maar die bleek al te rigoureus. Soms kom je binnen als het journaal aan staat en dan komt het voor dat je onwillekeurig ook mee kijkt.
Afgelopen week was ik met mijn dochter in Londen. Zij gaat daar studeren.
Net als in ons land heb je in Engeland gratis kranten. Er is er eentje ‘s morgens, de Metro, en ‘s avonds weer eentje, The Evening Standard. Om in Londen van A naar B te komen is de metro, the underground, het makkelijkste vervoermiddel. Die ‘ tube’ (buis) zoals hij hier ook veel genoemd wordt, ligt bezaaid met gratis kranten. Afijn, u raadt het al: ik ging er in lezen. Ook uit pure nieuwsgierigheid over wat ze zoal in dit land belangrijk lijken te vinden. Vol afschuw las ik dat er een groep toeristen in Luxor om het leven was gekomen, omdat de luchtballon waarin zij een toertje boven de stad maakten, in brand vloog. Er zaten wat Engelse toeristen in en daardoor werd een en ander breed uitgemeten in de krant. Met foto’s van opgewonden enthousiaste gezichten voor ze opstegen en al.
De volgende dag stond er in de krant dat er een man van 47 was aangevallen door een haai ergens bij Nieuw Zeeland en was omgekomen. Zijn lijk werd niet eens gevonden omdat de zee daar te diep was, of omdat die haaien hem helemaal hadden opgepeuzeld.
Daarnaast stond de krant bol van de bomaanslagen en oorlog en andere ellende, naast sport en beroemde mensen en dergelijke.
Een paar jaar geleden was ik ook in Luxor. We zouden toen een ballontochtje gaan maken, alleen het kon niet doorgaan omdat er een verbod op luchtballonvaren was. Wie weet, als dit toen niet het geval was geweest, dat ik ook in zo’n onveilig ding was gestapt.
Ik bemerkte de afgelopen dagen dat ik regelmatig aan die omgekomen mensen heb moeten denken. Zij waren lekker een week op vakantie.
Vanochtend stond er in de krant dat Joran van der Sloot toch wel spijt had van zijn moorden en eigenlijk de nor wel uit wilde omdat hij een gezin wilde stichten. Pardon?
Gisteren liep ik door een park, fantastisch mooie eeuwenoude bomen. Een prachtig meer. Watervogels die kwetterden toen we langsliepen. Er waren geen andere mensen in het park. Het was al wat later in de middag. Ineens kwam een stel hertjes tevoorschijn. Wilde. Ze schrokken op van de knisperende dode bladeren waarover wij liepen. Alert bleven ze stil staan. Wij ook. Toen ineens sprongen ze het bos in.
De grond was bezaaid met sneeuwklokjes. Grote dikke bossen vol. Het was zo vredig.
De natuur is zo prachtig. Hoe triest dat de mensheid er zo een absoluut zootje van maakt.
Vanochtend stond er in de krant dat er een miljoen liter olie per jaar wordt geloosd in de Noordzee.
Waar zijn we mee bezig?

Martine Clausen, bezorgd

woensdag 6 februari 2013

Gewone Mensen

Zojuist heb ik het boek De onwaarschijnlijke Pelgrimstocht van Harold Fry gelezen. Sinds lang heeft een boek me niet meer zo geraakt. Behalve prachtig geschreven, is het ook een boek dat tot nadenken stemt. Het gaat over een gepensioneerde man die op een dag een brief krijgt van een oud-collega die op sterven ligt. Ze lijdt aan uitgezaaide kanker. Ze wilde hem nog even gedag zeggen en bedanken voor vroeger. Harold heeft al jaren niet meer aan haar gedacht. Hij schrijft een kaartje terug en gaat de deur uit om het te posten. Hij koopt een postzegel bij de garage en het meisje van de garage vertelt hem over een tante die ook aan kanker ten onder zou gaan volgens de artsen. Maar dat die tante nu, 10 jaar later, nog altijd leefde omdat ze vertrouwen had. Harold krijgt dan ineens het idee dat hij zijn collega van vroeger op moet gaan zoeken. Maar hij moet lopend gaan. Hij belt de hospice en zegt dat hij er aan komt en dat zijn collega op hem moet wachten. Alleen hij woont in Zuid Devon (zuiden van Engeland) en zij zit in een hospice helemaal in het noorden. Dus honderden kilometers ver weg. Hij begint gewoon te lopen. Hij belt nog even naar huis en zegt het tegen zijn vrouw. Die snapt er niets van maar hij hangt op en gaat. Hij heeft een winddicht regenjack aan en verder zijn bootschoenen. En dan gaat hij.
Onderweg komt hij allerlei mensen tegen. Gewone mensen als jij en ik. En omdat Harold zo gewoon is en eenvoudig zegt dat hij lopend naar zijn collega gaat, vertellen mensen ook iets over zichzelf. Omdat hij niet bedreigend is en hen accepteert zoals ze zijn.
Het is een boek dat je aan het denken zet over het leven. Dat ieder mens zijn eigen verhaal heeft. Dat ieder mens zijn best doet op zijn eigen manier. Dat ieder mens zijn eigen verdriet en drama heeft en dat je aan de buitenkant van iemand niet kan zien wat zijn verhaal is.
Het maakt dat je nooit meer wil oordelen over een ander. En dat je nooit meer negatieve gedachten zult hebben over je ‘saaie buren van een paar deuren verderop die de hele dag achter de geraniums zitten’.
Het maakt dat je inziet dat jouw leven ook een aaneenschakeling is van gebeurtenissen waar je maar mee moet zien om te gaan en waarmee je omgaat op jouw manier. Niet goed, niet slecht, gewoon jouw manier.
Heeft het leven zin? Dat kunnen wij ons afvragen. Dat doet Harold op een gegeven moment ook. Hij loopt door het land en komt steeds andere plaatsen en mensen tegen.
En als hij voorbij is gekomen, zijn de mensen hem dan vergeten? Hij zal het nooit weten.
Zijn de mensen die wij ooit zijn tegengekomen, in de bus, bij de supermarkt, op straat, waarmee we een praatje maakten, ons vergeten? Vast. Of niet. Het maakt niet uit. Het leven is een beweging.
Het verleden kan een enorme impact hebben op ons leven. Tot ver in de toekomst kan het ons bepalen. Om afstand te kunnen nemen van zaken die ons bezwaren en die we niet meer kunnen veranderen, zit er maar één ding op. In het hier en nu komen. Met je aandacht naar het huidige moment met je beide voetjes op de vloer.
Ik heb het boek uit. Ik kijk uit het raam. Ik voel mij verwant. Verwant met een fictieve figuur uit een verhaal. Hij raakt mij. Ik wou dat ik Harold op kon gaan zoeken. Dat gaat niet want hij bestaat niet. Maar overal kan ik mensen tegen komen. En die kan ik tegemoet treden. Net als Harold laat zien. Zonder oordeel, vriendelijk, open, niet overdreven nieuwsgierig, maar ook niet afwijzend. Integer.
Ja, dat kan ik doen.

Martine Clausen, onder de indruk

zondag 6 januari 2013

Ontdekking



Afgelopen zondag wandelde ik over de Singel in Amsterdam. Ik was op weg naar het Joods Historisch Museum. Ineens merkte ik op dat mensen een kerk binnen gingen, rechts van mij. Ik volgde hun voorbeeld. De kerk heet de Krijtberg. Niet alleen had ik nog nooit van deze kerk gehoord, hij was me zelfs nog niet eerder opgevallen.
De Krijtberg, AmsterdamWaarschijnlijk omdat ik meestal over het Spui richting Leidsestraat loop en niet over dit stuk van de Singel, en misschien ook omdat de kerk er van de buitenkant een beetje streng en donker uitziet. Zo zie je maar weer dat je nooit op de buitenkant van dingen af moet gaan.
Eenmaal binnen belandde ik midden in de zondagochtenddienst. Die was al aardig aan de afrondende hand. De geur van wierook kwam me tegemoet. Daarnaast werd ik overspoeld door een gevoel van bewondering en verwondering. Bijna ademloos nam ik de pracht van deze kerk in me op. Prachtig gebrandschilderde ramen, rijk gedecoreerde randen van schilderwerk langs pilaren, zuilen en dakgewelf. Alles in, zo te zien, perfecte staat.
De Krijtberg, AmsterdamAchteraf verbaas ik me er over dat ik me op dat moment niet verbaasde dat de kerk helemaal vol mensen zat. Je hoort toch over de leegloop in kerken, maar dat was hier niet te merken. Nu moet ik zeggen dat het kleine stukje dienst dat ik meemaakte heel mooi was. De ijle stem van de priester die in Latijn zong, de diepe klanken van het koor, de klank van de gelovigen die meezongen en af en toe het geluid van het schuifelen als er geknield werd voor gebed, of als weer werd opgestaan voor gezang.

En dan het licht! Naast een heel aantal kerstbomen met veel lampjes, viel er een prachtig licht door de glas-in-lood ramen. Het gevoel dat mij bekroop was esoterisch.
Waar ik ook ben, als ik langs een kerk loop en hij is open, dan stap ik naar binnen. Kan me niet schelen wat voor geloofsgemeenschap het is. In kerken heerst een energie die goddelijk is, spiritueel. Zo voel ik het. Dat is de grondtoon, als het ware.
Natuurlijk is die energie nog meer voelbaar als er een mis gaande is. Vooral als ik niets van die mis versta, dan kan het mij ergens beroeren.

Als ik het wel versta dan ga ik in mijn hoofd zitten redeneren en wellen er tegenwerpingen, bezwaren en dergelijke in me op. Dat hoofd is de stoorzender. In feite is datgene wat wij verstand noemen, een bedrieger. Iets dat ons continu in de maling neemt en zand in de ogen strooit.
Afijn, de Krijtberg is een kerk van de Jezuïetenorde. Las ik later pas, hoor. Op Google. En toen moest ik wel glimlachen, want na het intermezzo in de Krijtberg, liep ik dus door naar het Joods Historisch Museum (JHM), een Joodse Synagoge. Qua religie ben ik totaal analfabeet, ik geef het eerlijk toe. Niet religieus opgevoed en er nooit op gestudeerd.
Eerlijk gezegd ging ik naar het JHM om een expositie van Sal Meijer te bekijken. Schilderijen van iemand die van Amsterdam hield en van katten. Bij aankomst bleek dat het JHM een synagoge is die prachtige informatie geeft over wat het inhoudt om Joods te zijn, de diensten, gebruiken en bijbehorende parafernalia.
Een zeer leerzame dag dus voor deze religieus analfabete. Bovendien was er een tentoonstelling over voeding in het Jodendom.

De energie in de synagoge voelde ook licht. Het werd erg druk. Ik realiseerde mij dat de wereld zo divers is. Met het entreebewijs van het JHM kon je ook de Portugese Synagoge bekijken aan de overkant. Een imposant gebouw.
Terugwandelend over de gracht bekeek ik de deuren van de panden. De bordjes met namen, bedrijven, ook daar weer zoveel diversiteit.
Ineens kwam het diep bij mij binnen. Onze wereld, onze aarde, is een bron van mogelijkheden. Je kunt alle kanten op. Wat je ook maar wenst, daar kun je je aandacht op richten. Het is zonde om je bezig te houden met iets wat je niet gelukkig maakt. Je kunt dat loslaten en je richten op waar je blij van wordt. Alles is mogelijk.
Wat een rijkdom.

Martine Clausen, blij.