zondag 30 september 2012

Spreeksels


Nu volgt een stukje over nu. Volgens de Clausengoeroe: Mata Amritanandamayi Devi, maw. Amma, is het verleden geen plaats die aandacht behoeft in onze gedachtewereld.
Zijnde het verleden en daarom voorbij is het raadzaam om het los te laten en het bewustzijn te richten op het enige dat van belang is, namelijk het heden. Gebeurtenissen die ooit plaats hadden neigen naar conditionering van gevoel en gedrag en verduisteren de vreugde die elk moment vanuit de bron van ons hartchakra opborrelt, doch onopgemerkt zou blijven, als wij onze gedachten vullen met herhaalsels van vroeger.
Welk een wijze woorden. En hoe bizar dat wij gewone stervelingen zoveel moeite hebben eea toe te passen, zelfs nu we weten hoeveel geluk dit ons zou opleveren. Voor ons is het verleden een soort supermagazijn gevuld met grote en kleine evenementen die we Zelf hebben meegemaakt ons derhalve tot ervaringsdeskundigen bombarderend op allerlei gebied. Zij het groots en belangrijk (zelden) of klein en onbetekenend (meestal).
De sappigste anekdotes ontspruiten aan dit soort ervaringen en kleuren gesprekken in het heden toch stellig als regenbogen aan donkere wolkenhemel.
Alhier een klein voorbeeld van recentelijk beleefd synchronistisch ongelofelijke aard dat de lezer wellicht tot uitroepen van oh en ah kan bewegen.
Afgelopen zomer trok de Clausen-Clan minus één richting Franse Rivièra. De voortdurende regen gepaard met Arctische temperaturen noopten tot deze kilometerrijke onderneming. Vader, moeder en dochter trokken per auto en caravan in het gezelschap van Tante A het asfalt op. Waar, zo vraagt men zich in gemoede af, is dan de jongste telg van dit gezin gebleven?
De bofkont werd afgeleverd op Schiphol alwaar hij met zijn rugzakje door een vliegtuig naar het exotische India werd getransporteerd. De blaag ging een maand naar Amma’s ashram in Kerala.
Door velerlei medemensen werd weemoedig het hoofd geschud aangezien zij grote gevaren aan hun gedachtefirmamenten voorzagen voor een jongmens van slechts 16 lentes jong, zo vernamen we her en der in onze omgeving.
Zo bezien was het een vermetel besluit, maar hij wilde naar Amma en gelijk de drang van de Spin Sebastiaan, was hij niet te stuiten.
Bovendien vonden wij het een zeer goed plan aangezien de omgeving van een heilige als Amma als de meest veilige plaats op aard kan worden beschouwd, althans dat vinden wij. We zouden gevieren zijn afgereisd, ware het niet dat zuslief niet naar India wilde en wel naar de zon. U begrijpt het dilemma der ouders. Kortom aldus geschiedde.
Ik als moeder had mijn zoon graag vergezeld. Gezeten aan de Méditerranée zo blauwe kust in de schaduw van de weldadige knalzon die, het moet gezegd, in deze regionen uiterst betrouwbaar is en dus des zomers gewoon dagelijks de gele kop opsteekt, dit in tegenstelling tot de wispelturige aard van het flauwe door wolken verscholen schertsvertoninkje dat wij in de lage landen hoogst zelden mogen ervaren. Zoals gezegd, gezeten mij in de warmte wentelend wijdde ik menig gedachte aan zoonlief die zeer voorspoedig gevaren was en zich na een dagje reizen zeer verheugde in de armen van onze spirituele Moeder en genoot in de internationale leefomgeving van de ashram.
Wij gunden hem deze ervaring van harte. Vorig jaar waren we daar gedrieën, en had hij zich als een vis in het water gevoeld. Ook nu was hij weer zo gelukkig dat dit gegeven alleen al de vreugde en liefde in onzer in Europa achtergebleven harten deed opwellen.
Het aparte was, dat, ook al was ik niet lijfelijk bij hem, het leek alsof mijn wezen en mijn ziel toch daar bij in de ashram waren, of in elk geval een deel van mij. Zo droomde ik meerdere malen van Amma, dacht ik heel veel aan haar en vertrouwde haar mijn zoon toe met al mijn vertrouwen en overgave. Dit alles tussen de zwem-, zon-, winkel-, markt- en Côte D’Azur bedrijven door.
Dochterlief vermaakte zich prima. Zij wilde warmte en bruin kleuren en mondaine plaatsen als Cannes, St Raphaël en St Tropez werden herhaaldelijk bezocht.
Vader vond het heet en bewoog zo min mogelijk ondertussen lezend en luierend en genietend van de zon.
Tante A had op de camping een gebouwtje gevonden alwaar medecampinggasten hun uitgelezen al dan niet beduimelde tijdschriften achterlieten en nam dagelijks verschillende magazines mee naar ons emplacement.
Dochterlief, die een voorliefde voor mode en styling heeft, kon hiermee haar hart ophalen. Ik las een boek met leringen van Amma en er was letterlijk en figuurlijk geen wolkje aan de lucht. Af en toe vroeg ik mij af of Bob darshan (omhelzing) zou krijgen die dag en liet mijn gedachten dan de vrije loop. Hij had al een paar keer gebeld en een aantal bijzondere ervaringen met Amma met me gedeeld. Ik dacht dan dat Amma in oktober weer naar ons land toe zou komen en dat stemde me zeer gelukkig. Aldus mijmerend met een glas koel water binnen handbereik zei mijn dochter ineens:‘Mam, je staat in dit tijdschrift.’
Verbazing maakte zich van mij meester. Welk blad was dat dan? Ik dacht aan een grap en verwachtte een foto van een Orang Oetan of iets soortgelijks.
‘Yeah right,’ antwoordde ik derhalve op sceptische toon.
‘Nee echt, kijk maar.’ De schat meende het. Dus ik stond op en ging kijken. En lezer, I kid thee not, daar op de foto stond Amma die darshan gaf, die een vrouw omhelsde, een vrouw met blonde haren. Te weten, moi.
Het tijdschrift was een blad waar ik nog nimmer van vernomen had. De Quest. Het artikel ging over geluk en wat dat inhield voor ieder individu. Er stond niets in over Amma, alleen maar het opschrift bij de foto dat zei dat zij zoveel mensen omhelsde om liefde te delen hetgeen haar geluk schonk. Ik vroeg aan mijn gezinsleden, Tante A incluis, of ik dat écht was en ze snoven luid mij op die manier doen wetend dat ik niet zo’n onzin moest kletsen, aangezien ik toch zelf wel zag dat ik dat was. Er ging een keten van gedachten door me heen: hoe is het mogelijk? ik zit hier in Zuid- Frankrijk, toevallig op deze camping die we niet hebben besproken, Tante A pakte zomaar wat tijdschriften mee, ik was in gedachten erg veel bij Bob en Amma, af en toe bedenkend dat ik graag bij hen was geweest. Bovendien had ik a) deze foto nooit gezien, b) wist ik niet eens dat er een foto van mij met Amma was, c) laat staan dat die ooit in de Quest zou komen te staan.
En dus wist ik dat het waar was. Amma is overal. Ze liet mij op haar manier weten dat ze ook bij mij was. Ook al was ik niet met mijn fysieke chassis bij haar in India. Dat hoefde niet, ze was al bij mij. Zo is Amma bij al haar kinderen en zorgt ze voor je. De ultieme Moeder.
En ja, dit is afgelopen zomer gebeurd. En ja, dat is dus het verleden. En nee, ik ben niet van plan om dit ooit te vergeten. Het is te mooi, te veelzeggend. Het is geweldig.

Martine Clausen, dankbaar.